Slotje
Het hieronder beschreven huis, vaak vermeld onder de naam "het Slotje", wordt tot in de 15e eeuw omschreven als onderdeel van het goed Kreyenstart!
In het hertogelijk cijnsboek van 1340 staat het goed Kreyenstart op naam van Heilwig van Bruheze[271]:
Algemeen Rijksarchief Brussel; Rekenkamer 45038 folio 22 verso:
Cijnzen van de heer hertog in Liedorp
Heilwigis van Bruhese, 4 hoenderen van het goed van Crayenstert
Uit het tijdschrift De Brabantse Leeuw blijkt dat het goed Kreyenstart in de 14e eeuw respectievelijk in eigendom is geweest van Arnt van der Erpendonc en Hoghart Godevarts van Bruheze (van Brouwhuis)[272]:
De hiervoor reeds meermalen genoemde hoeve "Den Kreyenstart" in Lierop, vonden we, dankzij de heer F. Smulders, reeds in 1385. Eigenaar van 't goed
"ten Creyenstert" in Lierop was toen de tafel van de heilige geest in Den Bosch. Dat goed was eerder afkomstig van Arnt van der Erpendonc; er hoorde zelfs een laatbank (cum jurisdictaire colonorum) bij en verder nog diverse cijnzen, pachten enzovoorts. Zo was er ook een cijns van 40 shillingen die Ghijb Engelen soen placht te betalen aan Rolof Webel, timmerman, uit "een eusel" in Lierop. Rolof had die cijns opgedragen aan de heilige geest van Den Bosch.Op 7-4-1385 gaf Aelbrecht Wael als procurator van van de tafel van de heilige geest van Den Bosch het goed "ten Creyenstert" in erfpacht aan Hoghart Godevarts van Bruheze. Hierbij beloofde Hoghart samen met zijn zoon Arnt, aan Aelbrecht ten gunste van de heilige geest in Den Bosch 45 brabantse dobbel op lichtmis aaanstaande te zullen betalen.
Hoghart Godevarts van Bruheze is in 1421 overleden en bij de erfdeling valt het goed Kreyenstart ten deel aan dochter Heilwig, die getrouwd was met Jacop van der Schaut. Zoon Jacop Jacop van der Schaut, getrouwd met Margriet Rutgers van Erp, heeft het goed en de bijbehorende cijnshof vervolgens geërfd en over deze Jacop wordt het volgende geschreven in het tijdschrift De Brabantse Leeuw[272]:
Margriet van Erpe was gehuwd met Jacop Jacop van der Schaut. Deze Jacop bezat heerlijke grondcijnzen met boete en gewin op die hoeve. Reeds in 1434 waren er 25 cijnsmannen van Kreyenstart die cijnsplichtig waren aan een Jacop van der Schaut te Lierop. Die vijfentwintig cijnsmannen van de "Kreyenstart" waren in 1434: Jan van Heersel, Roelof Smeeds, Hubrecht Jan Hubrechts, Thomas Coens, 't Huis van Postel, Heilwich van Goerle, Jan Lybensoen, Mathijs natuurlijke zoon van Lysbeth Mathijs, Philip Hartman, Henric Weylart, Weyndelmoet van den Eijnde, Jacop van Kigloe, Jan Gerits, Willem van Heerssel, Hubrecht van den Otterdijck, Jan Vlemic, Aert Nouden, Henriek die Ridder, Willem Boyfaes, Gerit van den Ynden, Met van der Eijcken, Willem van der Eijcken, Willem Rythovens, Jan Cliffaes en Willem Jan Walscarts.
Op 27-2-1477 (nieuwe stijl) geeft Jacop Jacop van der Schaut, weduwnaar van Jonkvrouw Margriet Rutgers van Erpe, zijn tochtrechten in een huis, hof enzovoorts "den auden Goer" gelegen tussen Stipdonc en die Weerdingen te Lierop, over aan zijn zoon Jan van der Schaut.
De Hoeve den Kreyenstart in Lierop omvatte:
- huis, schuur, schaapskooi, groot 3 mudzaad en was bij het slotje gelegen;
- de akker "het wevelsdale", 7 lopensen;
- een 7 "voer-hooi" grote beemd achter Heersel gelegen;
- een beemd, ook "7 voer hooi groot" achter Stipdonc;
- een beemd, eveneens "7 voer hooi groot" in de aude Goer;
- een wei-eeussel "het scoetken", 28 scharen en gelegen op de Diesdonc onder Asten;
- een slotje of huis, erf, hof, schuur, stallinge, backhuys en de erven "het aude Goer", samen een mudzaad groot en gelegen bij het Bercvenne;
- de Voertbeemd, groot 15 voeren hooi en gelegen aan die Voertstraat aan de stroom.
Op 7-4-1481 (nieuwe stijl) geeft dezelfde Jacop zijn tochtrechten in een slotje en in de hoeve "Kreyenstart" aan zijn twee kinderen, te weten Jan en Geerborch. Deze laatste jonkvrouw Geerborch was toen gehuwd met Jacop van Brede.
Nadat Jacop Jacop van der Schaut rond 1480 overlijdt, komt het goed Kreyenstart in bezit van zijn kinderen Jan en Geerborch, die gehuwd is met Jacob Peters van Brede.
Het is onbekend wie in het begin van de 16e eeuw de eigenaar waren van het goed Kreyenstart. Het Slotje is in ieder geval in de loop van de 16e eeuw in bezit gekomen van de abdij van Postel en we lezen hierover het volgende in het boek "Lierop: 'n beeld van een dorp"[273]:
Hoe en wanneer het aan de abdij van Postel is gekomen is onbekend. Voor zover was te achterhalen was het in ieder geval in 1583 haar bezit. Dan moet de pachter van de grootste tiende van Someren daar namelijk twee 'voederen strooys' afleveren voor de paarden van Postel en wordt dan bewoond door kanunnik Huybrecht Symonart, provisor van Postel.
In 1625 wordt de pacht van het Slotje aan Goijart Jan Goijarts met zes jaar verlengd:

Abdijarchief Postel Someren 316 inventarisnummer 1759; 04-10-1625:
Den 4 october 1625 geeft den Heere Geert Rombout Colibrant Prelaet des Godthuijs van Postel in presentie van mij ende den getuijgen naergenoempt Goijart Jan Goijarts gecontinueert inde pachtingen van het huijs van Stipdoncq sijnde deselven Goijart present die de voorszeghte continuatie onder solemneele stipulatie heeft geaccepteert voor eenen termijn van sess jaeren nochtans met dreijen te scheijden dijent van partijen gelieven sal innegaende den selven termijn den iersten sondagh naer Paessen ierstcomende ende dat midts jaerlijckx daar voor te betaelen overmidts de coniuncture deses tijts ende andere consideratien de somme van vijffensestig gulden voorts op alle andere conditien der saecken van den voorszeghte pachtinge tusschen den voorszeghte Goijart ende den voorszeghte Eerwaarde Heer gemackt, die welcke alhier worden gegunden voor gerespecteert ende geinfereert die den voorszeghte Goijart heeft gelooft in alle clausulen poincten ende articulen te voldoen ende 't achtervolgen aldus gedaan binnen Postel ten dato als boven ten presentien van meester Lenaert Jacops ende Hendrik Leijssen als getuijgen met mij mits hier toe geroepen ende gebeden. Quod attestor ondertekent W. van Hulsen mets genaempt Colibrant.
In 1642 wordt een zekere Goort Verberne genoemd als pachter van een pand in Lierop:
Abdijarchief Postel Someren 312 inventarisnummer 1188; 1642:
2 december; Goort Verberne Lierop mij getelt quite 26-3-0
Op de kaart "Quarta pars Brabantiæ cujus caput Sylvaducis" van Blaeu uit 1645 is het huis aangeduid als Casteel tot Lierop:
Na de vrede van Münster worden de bezittingen van de abdij van Postel door het 'gemeene landt' geconfisqueerd. De nieuwe kwartierschout van Peelland, Cornelis Prouning van Deventer, zoekt in 1649 een nieuwe woning en het Slotje, gelegen bij de brug over de Aa bij Stipdonk, wordt hierin genoemd als mogelijkheid[274]:
Kwartiersarchief Peelland 63 nummer 359; 03-1649:
Memorie vant gene aende doorluchtige ende Hoog Mogende Heeren mijn heeren de Staten Generael der Vereenichde Nederlanden gemonstreert werdt by oft van wegen Cornelis Prouning genaemt Deventer hooftschouteth vanden quartiere van Peelandt welcke merckelijck ten dienst vanden landen is concernerende.
...
Item alsoo ick niet en weet eenige woninge te becomen in de meyerye oft wel in myn quartiere soo versoeck ick haer Hoog Mogenden my toe te staen te mogen woonen tot Byndert, Hoydonck oft Soeterbeeck synde bequam woninge voor den hooftofficier van Peelant als wesende int doen int quartier uwe Hoog Mogenden gelieve my sulckx om verschyde redenen te vergunnen als oock om datter geene woninge voor gelt voor my te becomen en sijn tot u Hoog Mogenden naerder ordre,want daer woningen genoch ledich staen daer de pastooren gewoont hebben oft andersints de huysinge op Stipdonck onder Lierop met syn appendentien toebehoert hebbende den abt van Postel gelegen aen de bruggen tot Stipdonck ofte andere ten obsichte vande menichvuldige moeyten en costen gedaen int invoeren der predicanten de welleke logeeringe eenigen teyts herwarts met haere costeren ende by hebbende compagnie tsynen huysen oock met carren ende peerden gedaen overmits sy op geen plaetsen oft herbergen en dorsten logeeren vuyt vreese van eenich ongeluck haer souden connen worden doer moetwilligers aengedaen.
De kwartierschout kiest er niet voor om in het Slotje te wonen, want rond 1650 wordt Goort Jansse Verberne genoemd als pachter van het Slotje op Stipdonk:
Lierop Administratief Archief 280 folio 1; 25-10-1650:
Het huysken oft slotken op Stipdock toebehoorende aenden voerscreve Godtshuyse is gepacht bij Goort Jansse Verberne voor ƒ 160-0-0.Lierop Administratief Archief 286 folio 1; ±1650:
Item zeker vast huysken, schuere ende perdtstal geleegen ende competeerende als voor, groot in saylant 14 lopense, groes ende hoylant 20 lopense ende is verpacht aen Goordt Jansse Verberne, seggende de huercedulle te berusten als voor, ende in de selve insgelijcx te sijn gecontinueert voor de somme van ƒ 75-0-0.
Deze Goort Jansse Verberne blijkt dezelfde persoon te zijn als de voornoemde Goijart Jan Goijarts. De familie Verberne komt regelmatig voor op Stipdonk en hieronder is een gezinsreconstructie gemaakt beginnend bij de ouders van Goort Jansse Verberne, te weten Jan Goorts Verberne en Joostke Dierck Verlijnden:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Goort | ±1590 | ±1615 Metien ±1621 N.N. | ±1660 | |
2 | Dirck | ±1592 | ±1620 N.N. | Asten 24-02-1673 | zie Antoniusstraat 38 |
3 | Marcelis | ±1594 | ±1621 N.N. | Lierop 13-01-1667 | zie Voormalig huis, A182 |
4 | Judocus | ±1596 | ±1625 Maria Michiel Wijtvens | Lierop 10-03-1671 |
Goort Jansse Verberne is geboren rond 1590 en rond 1615 getrouwd met Metien en hieronder zijn gezin:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Martinus | ±1617 | Lierop 12-03-1671 | ||
2 | Joost | ±1618 | ±1645 Catharina | Lierop 15-01-1677 | |
3 | Goort | ±1619 | ±1643 Maria | Asten 15-09-1677 | zie Dijkstraat 50 |
Metien is rond 1620 overleden en Goort Jansse Verberne is rond 1621 hertrouwd en hieronder zijn tweede gezin:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Jan | ±1622 | ±1645 Maria Aerdt Hurckmans Lierop 10-05-1665 Maria Jans Verhees | Lierop 07-09-1669 |
In 1658 komt Goort Jansse Verberne nog voor als pachter van het Slotje:
Lierop Administratief Archief 283 folio 1; 1658:
Goort op Stipdonck de goederen toebehorende bij het Slootien
Op de kaart "La Mayerie de Bolduc" van Jacob Aertszoon Colom uit 1660 is het huis aangeduid als Casteel van Lierop:
Na het overlijden van Goort Jansse Verberne rond 1660 wordt het Slotje gepacht door zijn zoon Jan Goordts Verberne. Dit blijkt uit een beschrijving van de door het 'gemeene landt' verpachte hoeven in 1662, waaruit ook naar voren komt dat het Slotje stormschade heeft opgelopen[275]:
Archief van de Raad van State 1.01.19 inventarisnummer 2157 folio 151; 06-01-1662:
Een slootien oft omwatert huijs gecomen vande voorszeghte abdije, waer van de landerijen daeraen gehoorende oock sijn thiendvrij ende lest weder ingepacht bij Jan Goijaerts Verberne voor 75 gulden jaerlijcx waeronder begrepen is ontrent 14 lopensaet teullants met een schuer ende koestal malcanderen
annex, staende buijten de grachten van t'voorszeghte slootien tegensover de poirte. Ende heeft den voorszeghte huerder t'selve teullant volgens sijn verclaren aenveert bloot aende stoppelen, gelijck vermaent is, ende oock aengenomen heeft sulcx aenden rentmeester metten iersten valide te sullen bewijsen.
Reparatie: Het slootien met laijen gedeckt sijnde, is door storm ende wint int dack beschadicht, d'welck oversulcx diende weder gedeckt ende met vorstpannen versien. Oijck dient de brug van t'selve slootien verniewt als niet meer gebruijckbaer sonder groot perijckel. De muer ter sijden de brugh was vervallen, t'welck met heel cleijn costen nu weder conde gerepareert worden bij tijts ende nodich om t'voorder vervallen te voorcomen. De schuer dient nootsaeckelijck gericht, geplaijt ende gerepareert, alsoo seer is versoncken ende perijckel loopt te vallen als out ende caducq sijnde. Oijck dienden de gelase opt slootien wat gerepareert die met den hagel sijn ingeslagen.
Potagie: Item tusschen den Camp ende het Nieuwe Lant ennich schaerhout van een jaer met 2 a 3 crodden van boomkens. Item lancxt de gemeijnte ennige bercke struijcken ende bij t'Nieuwlant een heghken schaerhout van 3 jaren.
Jan Goordts Verberne is geboren rond 1620 en rond 1645 getrouwd met Maria Aerdt Hurckmans, geboren rond 1620 als dochter van Aerdt Joost Hurckmans en Antonia Jan van den Vorst. Hieronder het gezin van Jan Goordts Verberne met Maria Aerdt Hurckmans:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Aerdt | ±1646 | Ongehuwd | Lierop 25-09-1676 | |
2 | Elisabeth | ±1650 | >1692 |
Ook in 1663 wordt Jan Goordts Verberne vermeld als pachter van het Slotje:
Lierop Administratief Archief 285 folio 3; 01-10-1663:
Jan Goordts Verberne wegens het Slootien met sijne appendenten ƒ 15-7-8
Maria Aerdt Hurckmans is op 29-09-1664 te Lierop overleden en Jan Goordts Verberne is op 10-05-1665 te Lierop hertrouwd met Maria Jans Verhees, geboren rond 1625 als dochter van Jan Hanrickx Verhees en Margriet Jan Hermans. Hieronder het tweede gezin van Jan Goordts Verberne met Maria Jans Verhees:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Godefridus | Lierop 06-09-1666 | >1692 | ||
2 | Arnoldus | Lierop 23-06-1668 | Ongehuwd | Vlierden 02-02-1692 |
Ook in 1665 wordt Jan Goordts Verberne nog genoemd als pachter van het Slotje:
Lierop Administratief Archief 287 folio 1; 01-10-1665:
Jan Goordts Verberne wegens het Slootien met sijne appendenten ƒ 14-14-13
Maria Jans Verhees is op 15-06-1669 te Lierop overleden en Jan Goordts Verberne is op 07-09-1669 te Lierop overleden.
In 1674 wordt Theodorus Goorts van Bussel de nieuwe pachter van het Slotje:
Archief van de Raad van State 1.01.19 inventarisnummer 2165; 15-2-1674:
Pachten van geestelijke pachthoeven, molens etcetera inde Meijereij van Den Bosch onder Abraham Tempelaers. In de dorpe van Lierop is gelegen een 'slootgen oft omwatert huijsken' gecomen vande abdije van Postel met eenige landerijen ende weijlanden, thiendevrij. Dit slootgen ofte omwatert huijsken voorgaend gemijnt op 75 gulden is nu bij rentmeester Tempelaer op approhatie van haer Hooge Mogendheden gecontinueert aen Dirck Goorts van Bussel voor de somme van veertich gulden boven lants lasten ende stelt tot borge Huijbert Jan Baeckermans alhier present. Actum 15 februari 1674 ter presentie van Johan van den Berghe en Johan van Oerle.
Theodorus Goorts van Bussel is geboren te Asten rond 1625 als zoon van Goort Joost van Bussel en Jenneke Jan Lamberts. Hij is rond 1655 getrouwd met Maria Wychmans, geboren rond 1630:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Godefridus | Lierop ±1657 | Lierop 02-09-1699 | ||
2 | Elisabeth | Lierop ±1661 | Lierop 09-02-1687 Wilhelmus Godefridus van Dijk | Lierop 01-03-1699 | |
3 | Anna | Lierop 01-11-1664 | Lierop 02-03-1699 Johannes Wilhelmus Sanders | Lierop 05-05-1739 | |
4 | Catharina | Lierop 23-08-1666 | Lierop 21-11-1694 Arnoldus Verheyen | Bakel 23-02-1736 | |
5 | Franciscus | Lierop 16-05-1670 | Lierop 23-06-1724 |
In 1678 en 1688 wordt Theodorus Goorts van Bussel nog genoemd als pachter van het Slotje:
Lierop Administratief Archief 273 folio 2; 25-10-1678:
Dirck Goordts van Bussel landt wegens het SlootienLierop Administratief Archief 274 folio 1 verso; 11-02-1688:
Dirck van Bussel gebruiker van de landerij gehoorende aen het slants Slootje op Stipdonc
Theodorus Goorts van Bussel is op 09-11-1692 te Lierop overleden en Maria Wychmans is op 27-08-1700 te Lierop overleden.
Het huis wordt daarna bewoond door dochter Anna Dirckx van Bussel, geboren te Lierop op 01-11-1664. Zij is op 02-03-1699 te Lierop getrouwd met Johannes Wilhelmus Sanders, geboren rond 1660:
1699 21 februarij; Contraxerunt sponsalia Joannes Wilms et Anna Dirckx van Bussel; testes fuerunt Godefridus van Bussel et Arnoldus Wilms
2 marzij; Juncti sunt matrimonio Joannes Wilms et Anna Dirckx van Bussel; testes fuerunt Petrus Verdonschot et Henricus van de Warenburgh21 februari 1699; Trouwbelofte hebben gedaan Joannes Wilms en Anna Dirckx van Bussel; getuigen waren Godefridus van Bussel en Arnoldus Wilms
2 maart; In huwelijk verbonden zijn Joannes Wilms en Anna Dirckx van Bussel; getuigen waren Petrus Verdonschot en Henricus van de Warenburgh
Uit dit huwelijk zijn voor zover bekend geen kinderen geboren.
Tijdens de Spaanse Successieoorlog zijn er door het Staatse Leger plunderingen en vernielingen verricht bij de hoeve van Jan Willem Sanders:
Lierop Rechterlijk Archief 26 folio 31 verso; 01-08-1702:
Belijdinge gedaen bij ons ondergeschreve schepenen des dorps van Lierop ter instantie van Jan Willem Sanders paghters seecker erff Het Lijen Huijske genaemt gelegen op Stipdonck ende toebehoorende aent gemeene lant onder de adminstratie van de heere rentmeester Berestijn welcke grane staende op het voorschreve erff ende lant sijn geruineert door het leger ende de arme van onse staet alhier binnen onse dorpe conne op den 28en julij deses loopenden jaers ende wederom op gebroocke den 30en dito ende hebben oversulcx ter instantie ende versoecke als voornoemd ons vervoeght op de voorn landerijen ende daer eerstelijck bevonden dat hij voornoemde paghter is aff gevoeraseert ende vernielt ontrent 2 lopense soo haver als gars, item alnogh ontrent de elff carre hooij mitsgaders hebbe sij hem paghter alnogh van de solder gehaellt elff vaten coore soo hij verclaerde het huijs opgeslage ende geplondert alle het welcke tot groote schade ende nadeell van de paghter heeft gestreckt mitsgaders oock paerde geplondert ende deselve wederomme te coope.
De opgelopen schade wordt door de verpachter geloofd:
Lierop Rechterlijk Archief 26 folio 41; 23-10-1702:
Compareerde voor ons ondergeschreve schepenen des dorps ende quartiers voorschreve Jan Willem Sanders paghter van het huijs het Slootje op Stipdonck toebehoorende ende onder de administratie voorn dewelcke tuijght ende verclaert ende attesteert op sijne manne waerhijt waer ende waeraghtigh te wese dat hij gemelte Sanders door het leger ende troepe voorschreve soo aen coore hooij strooij meubelen etc eene somme van 2 hondert 40 gulden sijnde soo ende gelijck hij voorschreve Sanders ten dage wanneer de gemeene ingeseten hare schade gelede door het voorschreve leger mede heeft aengebraght ende over gegeven ende verclaert dese sijne verclaringe des noot voor alle heere hoven ende gereghten nogh naerder met eede te bevestigen ende heeft naer gedane prelecture hier bij gepersisteert
In 1703 is het leien dak door onweer beschadigd en de reparatiekosten worden door de rentmeester vergoed:
Generaliteitsrekeningen 3704 folio 72; 16-01-1704:
Item heeft den rendant betaalt aan Leendert Jansse schalidecker de somme van tien ponden twee schellingen in voldoeninge van sijn gedane arbeijtsloon en verschot van matriale aan het leijen dack op Stipdonck, vant lants Slotije, door onweder veroorsaekt volgens specificatie ende quitansie
Als in 1705 Jan Willem Sanders zijn pachtgeld betaald wordt het huis ook wel aangeduid als "omwatert leijen huijsken op Stipdonk", hetgeen suggereert dat het Slotje omgracht moet zijn geweest:
Generaliteitsrekeningen 3705 folio 33 verso; 03-1705:
Item ontfangen van Jan Willem Sanders, de somme van hondert en ses ponden voor een jaar pagt van sijne hoeve, off omwatert leijen huijsken op Stipdonk, voor den jaaresvallen halfmert 1705
Door hevig onweer is de oogst van Jan Willem Sanders verloren gegaan en is de meerderheid van de ramen van zijn huis stukgegaan:
Lierop Rechterlijk Archief 27 folio 10; 19-05-1711:
Wij officier en schepenen des dorps van Lierop mitsgaders Goort van Zelant en Antoni Iwen Bluijsen schepen der grontheerlijckhijt van Geldrop dese getijckent, verclaeren alnogh ten versoecken van Jan Sanders hoevenaer op Stipdonck dat wij ons op huijden dato ondergescreve hebben vervoeght op de besaijde landerijen gehoorende aen voorscreve hoeve en naer dat wij deselve hebben overgaen en van stuck tot stuck nouceurigh gevisiteert bevonde dat ontrent de 10 lopensaet lant besaijt sijnde met cooren ofte rogh soodanigh door een verschrikelijck groot onweder van donder wint en hagel opden 17 deser maent 1711 savons ontrent ten 7 uren is bedorven en geruineert dat daer van niets is overgebleven off can werden geprofiteert selfs niets daer van tot voeder van paerden off beesten can werden gebruijckt wijders verclaerende dat de wijde en andere groente connen dienende tot voeder van paerden en beesten veell en merckelijck beschadight mitsgaders dat de meeste glasen van het huijs sijn ontstucken en verbroocken verclaerende alle het gene voorscreve waer en waeraghtigh te wesen
Vanwege droogte heeft de watermolen in 1719 niet kunnen malen, waardoor Jan Willem Sanders genoodzaakt was zijn graan elders te malen:
Lierop Rechterlijk Archief 27 folio 100 verso; 14-12-1719:
Compareerden voor president en schepenen des dorps van Lirop gelegen in den quartiere van Pelant Meijerije van den Bosch dese geteijkent Jan Peters van den Eijnde aut borgemester alhier en Jan Willem Sanders, mede inwonder alhier, sijnde luijden van eer, staende ter goeder naem en faem wonende wonende naest en ontrent den slants koren watermolen alhier tot Lirop gelegen, die welcke ter instantie en requisitie van Johan Huijbers vanden Boomen pachter van den voorschreve watermolen getuijgen en verclaren gelijck sij doen bij desen op haer vroemighijt en manne waerhijt in plaetse van eeden die sij nochtans des versoght sijnde ten allen tijden sullen pretenderen, dit vermits de extrordinaere grote droghte in den voorleden somer het reviertjen de Aa gelegen ontrent een en een halve ure beneden den Peel, daer het reviertjen sijne heffinge ofte oorspronck neemt soodanigh is verdroght, dat wijnigh ofte geen water daer inne te vinden en is geweest sedert het begin der maant juni tot het eijnde van october deses jaers seventhien hondert en negenthien, wijders verclarende dat vermits die droghte en sedert den voorschreve tijt den requirant op den gemelten molen wijnige ofte gene granen heft connen malen en de nabueren in genen deelen heft connen gerijven, ofte haer graenen malen waeromme de ingesetenen genoetsackt sijn geweest met haer granen naer wintmolens buijten desen dorpe gelegen te moeten gaen om meel te becommen, vermits niet alleen desen watermolen maer oock alle andere veel lager op de reviere liggende met geen water waren voorsien en dat desen molen gedurende den tijt voorschreve naer haer beste kennisse en wetenschap niet soo veel en heeft connen opbrengen als de huerpenningen en cost van eenen knecht, die daerop gehouden moet worden, soude bedragen, eijndigende sij deponenten hier mede haere sincere en waere verclaringe en hebben naer gedaene voorlezinge daer bij gepersisteert gevende voor redenen van welwetenthijt het geene voorschreve alsoo gesien en ondervonden te hebben
We komen Jan Willem Sanders tegen in een verpondings- en bedelijst van 1726:
Lierop Rechterlijk Archief 27 folio 146 verso; 03-06-1726:
Specifique staet van de boulande die de naervolgende ingeseetenen des dorps van Lierop inden jaere 1724 hebben besaijt gehadt en soo veel niet hebben opgebragt als de onkoste van de culture bedragen hebben, mitsgaders hoe veel die landen in de ordinaere verpondinge en beede jaerlijx getauxeert staen en moeten opbrengen en hoe veel te samen bedragen, waer van volgens resolutie van haer hoog mogende in dato den 22 meert 1726 remissie is verleent bestaende die besaijde landen in soo veel lopensat; Beede en verpondinge als agter iders naem staet uijtgetrocken soo als volgt.
Naam Lant Beede Verpondinge Jan Willem Sanders 14 02-02 05-12
Jan Willem Sanders staat borg voor Antoni Hendrik Vlemikx:
Lierop Rechterlijk Archief 28 30 verso; 06-1731
Compareerde voor ons ondergeschrevene schepenen dese geteekent Jan Jansen Biemans ende Joost Custers, de welke getuijgen ende verklaaren voor de opregte waarheijt onder presentatie van eede die sij belooven ten allen tijde daar toe versogt zijnde te sullen presteeren, ter instantie van Jan Hendrik Vlemikx ende Jan Willem Sanders, als borgen voor Antoni Hendrik Vlemikx 's landts hoevenaar alhier. Wijders verklaarden den eersten comparant, dat hij inden jaar 1728 heeft gehuert gehat van Antoni Hendrik Vlemikx zeeker zijne erve geleegen alhier tot Hersel, voor de somme van twentig gulden, en twentig vaten coren en twee vijmen daak stroij, jaarelijkx daar voor heeft betaalt, den tijt van drie agtereen volgende jaaren. Wijders verklaarden den tweeden comparant aan ende bij geweest te zijn doen dese voorschreven hueringe inden jaare 1728 waas geschiet ende gehoort te hebben, dat den voorschreven Jan Jansen Biemans aan den voorschreven Antoni Hendrik Velmikx voor het voorschreven zijne erve geloofden de voorschreven somme van twentig gulden en tewentig vaten cooren en twee veijmen daak stroij jaarelijkx daar voor te betaalen. Dese acte niet gepasseert.
Jan Willem Sanders ligt ziek te bed en stelt zijn testament op:
Lierop Rechterlijk Archief 28 folio 68; 25-01-1734:
In den naam ons Heeren amen
Bij den inhauwde vandesen openbaare testamente zij conde ende kenelijk en igelijk, dat voor ons ondergeschreven schepen en des doorps van Lierop, zijn gecompaareert Jan Willem Sanders, en Annaken zijne huijsvrouwe, den eersten compaarant, siek te bedde liggende nogtans zijn volkoome verstant ende vijff sinne wel maagtig, ende gebruijkende, soo voor ons oopentlijk scheen ende bleek, ende de tweede comparante gesont naar den lighaame, dog overdeeijnkende hij testatuer, ende zij testatricce, de broesheijt der menshelijker natuere ende datter niet seekerder en is dan de doodt, ende niet onseekerder dan de uere van dien, hebben daarome uijt dese weerelt niet wille scheijden sonder alvoorens van haare teijdelijke goederen haar van God Almagtig op deser aarde verleent te hebben gediesponeert ende dat uijt haaren eijgen vreijen wille onbedwongen ofte onverleijt van iemant ter weerelt soo hij testatuer, ende zij testatriece verklaarde, ende alvoorens daar toe koomende soo beveelen zij testatueren haare zielen als die uijt haare sterffelijk lighaam koome te scheijden inde beremhertige handen van God Almagtig haaren heemelschen vader ende haare lighaamen de aarde met een eerelijke begraffenisse, koomende voorts tot de disposietie van haare teijdelijke goederen, waar over zij testatueren kragt ende magt, ofte meesterschap zijn hebbende, waar ende op wat plaatsen de selve geleege zijn, eegeen ter weerelt uijtgescheijden offte gereserveert, verklaarende zij testatueren alles te maaken aan de langst leevende van haar beijde man ende meester omme van haare voorschreven goederen soo erffelijk, erffhaaffelijke, en haaffelijke te moogen diesponeeren, transporteeeren ende veralieneeren als van haar eijge goet ende verklaarden zij testatueren te maaken, naar de doode van haar alle bijde, te stellen voor hunnen uunieverseelen erffgenaam met volle regt van instutie, Maria Willems van Dijk, van alle haare naar te laatene goederen, ende gelt, hoe genaamt offte waar geleegen die mogte weesen, hun testatueren toebehoorende offte meesterchap van zijn hebbende egeen ter weerelt uijtgescheijden offte gereserveert alle het geene voorschreve staat verklaaren zij testatueren te weesen haar testament laatste ende uijtersten wille, willende ende begeerende dat het selve alsoo sal woorden naargekoomen, ende agtervolgt, alwaart nogtans datter eenige solemnietijten naar den regten hier toe gerequiereert, waaren geommieteert offte voor bij gegaan sulkx hauden zij testatueren voor geinsereert ende bij geschreven.
Johannes Wilhelmus Sanders is op 19-02-1734 te Lierop overleden en Anna Dirckx van Bussel is op 05-05-1739 te Lierop overleden.
Het Slotje wordt daarna gepacht door Francis van den Boomen, die dat namens Johannes Huijbert van den Boomen (zie Voormalig huis, A182) doet:
Lierop Rechterlijk Archief 28 folio 75; 26-09-1734:
Alsoo Francis van den Boome inwoonder tot Lierop hadde ingepagt het 's landts goet genaamt Het Slotien meede geleegen alhier tot Lierop, en tegenwordig bewoont en gebruijkt werdende bij Jan Huijbers van den Boome, ende sulkx voor den tijt van ses jaaren ingaande met Pijnsteren 1734, en dat off wel off hij dien pagt hadde gedaan ten behoeve van den voorschreven Jan Huijbers van den Boome egter hij Francis van den Boome te boek staat als pagter ende tot borge de heer Johan Lowies Verstere, ende Lambertus van den Boome ende dat bij wanbetaalinge het gebuere conde dat hij voorschreven pagter, ofte zijne borge daar voor offte tot voldoeninge der pagt cedulle souwde conne werden aan gesprooken, soo compareerde voor ons ondergeschreven schepene voornoent die welke verklaarde dien voorschreven pagt van het voorschreven Slotieijen te accepteeren en aan te neemen, en dien volgende, de condietie in alle zijnne deelen te voldoen, en den voorschreven Francis van den Boome van alles en dies weegens cost ende schadeloos te hauden, mitsgaders zijnne borge selffs ook van alle calangie offte aantaalt die den voorschreven Francis van den Boome als pagter ter dier saake mogte overcoomen, offte aangedaan werden daar voor verbindende zijn persoon ende goederen hebbende ende verkrijgende. Ende compareerde meede Arnoldus van den Boome ende Antoni van den Boome de welke bekende ende verklaarde, ieder een voor al ende ieder als schuldienaar prinsiepaal haar te stellen als borge voorden voorschreven Jan Huijbers van den Boome, omme den voorschreven contrakte, en specieaalijk de voorschreven pagt cedulle te voldoen, en nar te coomen, ende den voorschreven Francis van den Boome, cost ende schaadeloos te hauwden daar voor verbindende haare persoonen ende goederen hebbende ende verkrijgende, totdien renuntieeerende, soo ook den voorschreven Jan Huijbers van den Boome, van alle benefietien van relivementen, en alle andere benefietien die haar tot verbreekinge deses te staade mogte coomen, verklaarende wijders gesaamentlijk haar te onderwerpen aan de vrijwillige condemnatie van den Edele Moogende Raade van Braabant in 's Haage ten dien eijnde authoriseerende de twee auwtste procueruers voor welgemelten Raade den eersten om de condemnatie te versoeke ende den tweeden omme daar inne te consenteeren.
Het huis wordt daarna een bewoond door Anna Janse van den Boomen, geboren te Lierop op 30-08-1702 als dochter van de eerder genoemde Johannes Huijbert van den Boomen en Johanna Wilms Verberne (zie Voormalig huis, A182). Zij is rond 1736 getrouwd met Franciscus Antonius van Bussel, geboren te Lierop op 10-11-1701 als zoon van Antony Franssen van Bussel en Maria Gysbers van Eyck.
Hieronder het gezin van Franciscus Antonius van Bussel en Anna Janse van den Boomen:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Johanna | Lierop 18-03-1737 | Lierop 22-01-1758 Theodorus Berckers | Helmond 10-06-1811 | |
2 | Johannes | Lierop 09-09-1738 | Lierop 17-06-1764 Petronella Verseumst | Lierop 29-10-1780 | |
3 | Arnoldus | Lierop 19-07-1741 | Lierop 10-08-1777 Henrica Keusters | Lierop 01-05-1811 | zie Oude Goorenweg 14 |
4 | Antonetta | Lierop 18-01-1743 | Mierlo 02-10-1763 Johannes van den Eijnde | Mierlo 19-08-1810 | |
5 | Wilhelmina | Lierop 07-04-1744 |
Franciscus Antonius van Bussel ontvangt zijn deel van de erfenis van zijn schoonfamilie:
Lierop Rechterlijk Archief 28 folio 116; 11-05-1736:
Scheijdinge en deijlinge tussen de kinderen en erffgenaamen van wijlen Jan Huijbers van den Boomen ende Jenneke Verberne sijne huijsvrouwe in leeve gewoont hebbende alhier tot Lierop.
Compareerde voor ons ondergeschreven scheepenen in Lierop Arnoldus en Antonij van den Boomen, Joost van de Warsenborgh in huwelijk hebbende Jenneke van den Boome Nicolaas van Bussele in huwelijk hebbende Petronella van den Boome, Fransis van Bussel in huwelijk hebbende Anneke van den Boomen en Willem Fransen van den Eijnde in huwelijk hebbende Maria van den Boomen, alle kinderen en ider in sijne aualiteijt erffgenaam van weijlen Jan Huijbers van den Boome en Jenneke Verberne henne respective vader en moeder de welke bekende ende verklaarde met malkanderen aangegaan te hebben deese naarvolgende minnelijke schiftinge scheijdinge en deijlinge van de erffelijke goederen bij wijlen hunne voornoemde ouders stervende agtergelaaten, geleegen alhier binnen deesen dorpe van Lierop, Baakel en Vlierden soo ende gelijk deselve goederen bij loote en cavelinge aan voorschreve erffgenaamen sijn te deel gevallen.Ende is met den vijfde loote te deel gevallen aan Francis van Bussel in heuwelijk hebbende Anneke van den Boome voornoemt
- De schuur op Stipdonk naast het eeusel met den hoff genaamt Het Coolvelt en het driesken daar aangeleegen groot ontrent een halff loopense aan erve d'een seijde Willem van den Eijnde dander seijde Antonij van den Boome.
- Een parceel ackerlandt genaamt Den Saurdonk met den houtwas van de Steenen Brug en de Hollandse Bus tot de deurgang toe geleegen aande Saurdonk; een stuk ackerlandt geleegen ter plaatse voorschreve teegen de Hollandse Bus; een parceel soo groes als landt geleegen als voorschreve; eenen acker aande Hollandse Bus; eenen acker aant Haagekruijs; eenen acker teullant genaamt Den Kerkacker geleegen op Den Renkant; een stuk ackerlandt genaamt Het Weevels Daal; den acker aan Boogaarts Brug; eenen acker geleegen aant Bruxssen bij 't Hesven; eenen acker geleegen int Heesven; een derde part in een stuk weijvelt genaamt Het Eusel geleegen op Stipdonk; de helft in een stuk hoijlants geleegen tot Vlierden, welk stuk hoijlands jaarlijx sal moeten reijden met Willem van den Eijnde meede condivident die de andere helft daarvan is aangedeelt; de helft in een stuk hoijlants genaamt De Vloete moetende jaarlijx reijden met Willem van den Eijnde die d'anders helft daar van ook is aangedeelt; de helft in een stuk hoijlants genaamt de Vloethorst liggende inde Vloete namentlijk 't agterste gedeelte; de helft in een heijtvelt
- Eene obligatie van hondert gulden capitaal staande tot laste van de erffgenamen Geerit Meulendijx gelooft den ten behoeve van Peeter van Moorsel
- Eenen nootenboom staande int loth van Willem van den Eijnde mogende aldaar blijven staan soo lang die in weesen sal sijn
Dan sijn de voorschreve goederen int generaal en onverschijden belast met eenen pagt van tien gulden jaarlijx aande nonnen tot Meegen sijnde de helft van intrest weegens een capitaale somme van vijffhondert gulden. Item alnog met eenen pagt van twee gulden en tien stuijvers jaarlijx aant comptoir dergeestelijke goederen van Peelandt
Francis van Bussel heeft het Slotje ook gebruikt als herberg:
Deurne Rechterlijk Archief 130 folio 39; 28-1-1737:
Kwamen voor de Schepenen de deurwaarder-vorster Miggiel van Schaijk, Antoni van Schaijk oud 16 jaren en Francis Roelofs oud omtrent 27 jaren allen wonende alhier. Zij verklaren ter instantie van de Schutter Adolf van Schaijk dat zij samen waren in de herberg "Op 't Slootje" gelegen bij de watermolen van Stipdonk. Daar hoorden zij de molenaar Antoni van de Boomen zeggen dat Laurens Tijs Bartels uit Deurne op zijn molen zijn graan heeft laten malen.
Het huis wordt bij de grote openbare verkoop van de hoeven van de rentmeester van de geestelijke goederen van Kempenland in 1740 gekocht door Johan Louis Verster uit Den Bosch:
Generaliteitsrekeningen 3740 folio 138 verso; 1740:
Een Slootje off omwatert huijsje met de aangelegen landerijen is verpacht aan Francis van den Boomen voor seeventig ponde
Dit Slootje is als vooren verpagt en begreepen in den seeventiende coop aan Jan Louis Verster voor eene somme van elffhondertvijffentwintig ponde de slaagen daar meegerekent welke hier voor ontfangst coomen
In 1741 verkoopt Johan Louis Verster zijn goederen toebehorende aan het Slotje:
Lierop Rechterlijk Archief 29 folio 12 verso; 15-03-1741:
Op heeden den vijftiende meert 1700 eenen veerig soo driemaal wil de Heer Johan Lowies Verstee ordinares leenman der Leen en Tolcamer tot 's Bosch naar voorgaande sondaagse proclamatien binnen deesen dorpe van Lierop gedaan publieq ende voor alle man aan de meestbiedende verkopen de hier na gespecificeerde goederen huijsinge, teul en groeslanden gehoorende aan het Slotje alhier tot Lierop1e Coop
Onder welke voorschreve generaale volgende condietie werdt ten buerde gebragt een stuk bauw off ackerlandt, geleegen alhier onder Lierop ter plaatse genaamt op Stibdonk genaamt de Auwde Kooij, met den dries off groes daar in off aan geleege groet te saame agt loopense en 10 roede aan erve deen zijde Willem Franse van den Eijnde, dander zijde en deen eijnde de gemeente alhier dander eijnde de Moolestraat ingeset bij Antoni van den Boome op hondert tweeen veertig gulde, en affgehange van driehondertt gulden en gedaalt op hondert vieren veertig gulde en is daar voor gemijnt bij den insetter slaat tien slaage en is gebleeve, borige Francis van Bussel en Willem Franse van den Eijnde2e coop
Item alnog een stuk bauw off ackerlandt geleegen ter plaatsen als voorschreve genaamt den Camp groet cierca drie loopense en een copsaat aan erve deen zijde en deen eijnde de Moolestraat dander zijde een stuk soo groes als landt genaamt het Niuwlandt dander eijnde de gemeente alhier, ingeset bij Jan Pauwlus op seevenendartig gulde, affgehange van hondert en vijfftig gulde en gedaalt op het ingesette slaat ses slaage den 22 meert slaat Francis van Bussel nog vier slaage en is gebleeve Borige Antoni van den Boome en Willem Fransen van den Eijnde3e coop
Item alnog een stuk soo groes als landt met zijn planttagie en hautwas geleegen als voor, genaamt het Niuwlandt groet cierca int geheel tien en een halff loopense aan erve deen zijde en deen eijnde de gemeente alhier met meer andere dander zijde Antoni van den Boome, dander eijnde het voorenstaande stuk den Caamp, ingeset op hondert en vijff gulde bij Francis van den Boome affgehange van driehondert gulden, en gedaalt op hondert vijffendartig gulde en daar voor gemijnt bij Francis van Busselslaat vijfftien slaage, den selven slaat nog vijffentwentig slaage en is gebleeve. Borige als voorschreve4e coop
Item alnog den hoff bij het Slootje geleegen groet cierca een halff loopense aan erve deen zijde en deen eijnde de hoeve en huijsinge van Willem Frans van den Eijnde dander zijde de Mooleweg off Herbaan dander eijnde de erve off binne plaats van het Slotje ingeset op vierensestig gulde bij Francis van Bussel affgehange van hondert en twentig gulden en is gedaalt op seeventig gulden en is gemijnt bij den insetter slaat tien slaage den selven slaat nog vijff slaage, den selven slaat nog vijff slaage en is gebleeve. Borig als voorschreve5e coop
Item alnog het Slotje met zijn schuer, stalinge, en den torffschoep, met de gronden en plaatsen daar de voorschreve huijsinge op staat, soo als de selve bij den Stibdonkxe waatermoole gestaan ende geleegen is ingeset bij Francis van Bussel op driehondert en tien gulden affgehange van vijffhondert gulden en gedaalt op driehondert en veertien gulde en daar voor gemijnt bij den insetter, slaat veertig slaage den selven slaat nog tien slaage en is gebleeve.
Op een kaart uit 1742 van de nieuwe Geografische en Historische Atlas wordt het Slotje aangeduid als 't huis tot Lierop:
Francis van Bussel verhuurt een huis op Boomen aan Lambert Francis Vlemikx:
Lierop Rechterlijk Archief 29 folio 198 verso; 13-03-1750:
Compareerde voor ons Francis van den Boome president en Peeter Verberne scheepenen in Lierop, Francis van Bussel inwoonder alhier den welken op den elffden junij 1749 verclaert te hebben verhuurt aan Lambert Francis Vlemikx gelijk den selven Lambert Francis Vlemmincx op dato voorschreve bij desen bekent ende verklaert te hebben ingehuurt de helft in een woonhuisinge koestal schuure torffhuijs, verkenskooij bakhuijs, oven hoff boomgaert en aangelagh met de groesen weijen teulland en hoijvelden daer bij en aangehoorende gestaen ende geleegen ter plaatse genaemt den Boome binnen desen dorpe teegenswoordig bij den huurder bewoont ende gebruikt wordende ende soo als allen't selve den verhuurder is aangekoomen bij brieven van transport van d'heer Jan Louis Verster in dato den 28 februarij 1749 ende dat voor den tijt van vier eerstkoomende en agtereenvolgende jaeren aanvang sullen de neemen de huisinge en hoff te Paaschen de groesen te halff maert ende teul off bouwlanden t'oogst bloodt aan de stoppelen alles in desen jaere 1750, ende bij expiratie van voorschreve vier jaaren sal den huerder alles op voorschreve tijden moete verlaten. Item is geconditioneert dat den huurder sal gehouden weesen de wanden van voorschreve huijsinge te houden in behoorlijk reparatie van luijken en lijmmen dog het hout daer toe noodig sal den huurder op voorschreve goederen moogen kappen ter minsteer schaede. Den huurder sal vermoogen het schaarhout op voorschreve goederen staende wanneer het selve vijff jaeren oudt sal weesen struijks oorbaer te mogen hacken. Item sal den huurder gehouden en verpligt weesen te leeveren, en op de huijsinge te laaten verdecken twee vijmmen dakstroij ende de rietdeckers de kost en drank te geeven, dog de daggelden en andre kosten sal hij aan sijne huurpenningen mogen korten. Verders sal den huurder ook gehouden weesen onvermindert sijne huurpenningen te betaelen alle 's landts en dorps lasten soo ordinaire als extraordinaere uijt de voorschreve goederen gaende ende die nog daer op mogte koomen, geduerende voorschreve huurjaeren Item sal den huurder gehouden weesen, ten sijnen kosten te maken en onderhouden alle schouwen wegen steegen en rivieren, soodanig dat dan verhuurder daer door geen schaede kome te lijden. Ingevalle van hagelslagh off heijrkragt sal den huurder sijne geleede schaede werden goedgedaen neevens andre huurlingen alhier tot Lierop. Op welke voorschreve conditien den verhuurder en huurder verclaeren dese huure getroffen te sijn, omme ende voor eene somme van vijffen veertigh gulden jaerlijcx te betaelen alle jaeren te Kerssemis presies.
Francis van Bussel erft de helft van de hoeve de Schouw:
Lierop Rechterlijk Archief 30 folio 123 verso; 05-06-1761:
Compareerde voor schepenen van Lierop ondergenoemt, Francis van Bussel, Maria van Bussel, weduwe Huijbert Verberne, Annamarens van Bussel weduwe van Francis Verberne, Arnoldus van Bussel, Jan van de Vorst als in huwelijk hebbende Jenneke van Bussel, alle inwoonderen en kinderen van wijlen Antoni van Bussel, als meede Hendrik Vlemminx, als in huwelijk hebbende Elisabet van Bussel, kints kindt van den voornoemde Antoni van Bussel, meede alhier woonende, alle te zaame wettige erffgenaame, van den voornoemde Antoni van Bussel, en Maria van Eijck, in haar leven, egte luijden, en meede gewoont hebbende alhier, welke voornoemde comparanten verklaaren te zaamen in der minne te hebben verdeelt, alle de vaste onroerende goederen, aan haar bij versterff van haare voornoemde ouders aangekomen, zijnde allodiaale goederen, en welke scheijdinge en deijlinge is gedaan in voege en maniere navolgende.En is metten vierde loote ten deelen gevallen, aan Francis van Bussel voor d'eene helft en Jan van de Vorst als in huwelijk hebbende, Jenneke van Bussel
voor de andere helft
- Een huijs schuur, en stallinge, met hoff en aangelag met verscheijde parceelen van groes en land, genaamt de Hoeve de Schouw alles zoo en in dier voege, als dezelve goederen de condividenten zijn aangekommen van haare ouders, en gelijk die goederen tans worden bewoont en gebruijkt, bij Jan Janse geleegen onder den dorpe van Bakel.
Zijnde allodiaal los, en vrij, gereserveert, te blijven vergelden de chijnsenvan den gronden met regt daar uijt te gaan
Francis van Bussel wordt door de schepenen van Lierop aangesteld als voogd over Catharina van den Boomen (zie Stipdonk 17):
Lierop Rechterlijk Archief 30 folio 165 verso; 25-04-1764:
Compareerde voor schepenen van Lierop ondergenoemt Francis van Bussel inwoonder alhier, den welke op heden door heeren schepenen van Lierop aangestelt sijnde tot momboir over Catarina van den Boomen om het intrest van deselve onmondige waar te neeme in scheijdinge en deijlinge van den boedel en nalatenschap van haare ouders en dat voor haar aandeel tot egaliteijt en effenheijt te brengen, en sulx met assistentie van Cornelis Doers president alhier. Beloovende hij comparant daar in het intrest van voornoemde Catarina van den Boomen waar te neemen en te doen soo als bevonden zal worde te behooren met belofte van daar van des gerequireert off nodig sijnde te sulle doen behoorlijke reekening bewijs en reliqua hebbende het geene voorschreeve belooft met de eedswoorden : soo waarlijk mogt hem God Almagtig helpen gedaan en afgelegt aan handen van den president loco officier.
Francis van Bussel erft namens Catharina van den Boomen een huis en diverse stukken land:
Lierop Rechterlijk Archief 30 folio 166 verso; 27-04-1764:
Compareerde voor schepenen van Lierop ondergenoemt, Huijbert van den Boomen woonende alhier, Hendrik van den Boomen woonende te Buul, en Jan van den Boomen woonende te Mierlo, als mede Peter Vlemminx in huwelijk hebbende Willemijn van den Boomen mede inwoonder alhier, en Jan Mattijs Nagelmakers in huwelijk hebbende Johanna van den Boomen woonende te Reecum, mitsgaders Francis van Bussel in qualiteijt als momboir over Catarina van den Boomen minderjarige jonge dogter woonende altans te Buul, zijnde denselve Francis van Bussel geassisteert, met Cornelis Doers president te zaame geauthoriseert bij authorisatie van heeren schepenen alhier van dato den vijff en twintigste deser maand april om het intrest voor de voornoemde Catarina van den Boomen waar te neemen, zijnde de voornoemde vijff comparanten met de onmondige te zaame kinderen en erffgenamen van wijlen Antoni van den Boomen en Anneke Verhees in haar leven egte luijden overleden en gewoont hebbende alhier welke kinderen erffgenaamen en comparanten in desen verklaaren aan te gaan eene minnelijke erffscheijdinge en deilinge van alle de vaste onroerende goederen die aan haar zijn toebehoorende en aangekomen bij versterff van haare voornoemde ouders, en waar onder soo sij verklaaren geen leen goederen sijn, en welke minnelijke erffscheijdinge en deijlinge is gedaan in voege en manieren navolgendeEn is met den derde blinde loote ten deele gevallen aan Mattijs Nagelmakers moolenaar woonende te Reekum en aan de onmondige Catarina van den Boomen voornoemt
- De huijsinge zaij en weijlanden gestaan en geleegen alhier in de Winkelstraaat bestaande eerst in een huijs met schuur en stallinge hoff en aangelag te saame groot ontrent een loopense en ses en veertig roeijen nevens erve d'eene sijde Willem van Bree cum suo, en d'andere sijde Hendrik Jan Tijssen
- Eenen acker genaamt den Hoogen Graaff; een stuck land in den Nonnecamp; den Heijacker; land in de pas van Keijzer; den Aaracker; een stukje lant genaamt den Leeurick; den Hulsacker; den Hulsacker gekomen van de Hoeve Ten Berge; eene acker genaamt den Leeurick; den Pasacker; den Kleijne Pasacker; den acker genaamt het Heijtvelt; een stuck groese genaamt het Heijtvelt; een stuck groese genaamt den Hensman; het Zilleke; een parceel genaamt de Hooge Zille; een parceeltje genaamt de Vreijste Putte; de Kuijpers Zille; het Eeusel van Jan Keijzers; de Ossezil; een parceel gekomen van den Heiligen Geest van Mierlo; het Hoeks Zilleke; het Donkveltje; een stuck groese te Asten in de Spleete
Francis van Bussel krijgt bezoek van een in elkaar geslagen man:
Vlierden Rechterlijk Archief 30 folio 106 verso; 26-03-1766:
Compareerde Thomas Canters oudt borgemeester van Vlierden verclaerende: dat hij zaterdag 14-12-1765 in den avond is gecoomen van Hendrik van den Boomen, molder tot Lierop woonagtig op Stipdonk alwaer hij comparant, een timmerman seijnde dien dag hadde gewerkt, om naer huys te gaen dat comparant op den wegh tusschen de huysinge van den molder ende Waatermoolen aldaer is ontmoet een manspersoon die riep: "Wat volk!" waerop den comparant: "Goed volk!" en die persoon weederom: "Dat geloov ik niet of ik moet het sien" dat den comparant daer op seyde: "Dan komt hier en siet het" wanneer dien persoon bij hem comparant is gecoomen en vraegde waer hij was; dat den comparant als doen teegens hem seyde: "Gij bent hier op den Stipdonck." dat dien persoon daer op antwoorde: "Ik weet van geen Stipdonck aff; ik moet bij Francis van Bussel weesen en als ik daer ben, dan beken ik mij wel." waerop hij, comparant siende dat dien persoon sijn hoet quyt was seyde: "Man, gij bent uw hoet quyt, waer heb jij deese gelaeten?" hij hem antwoorde dat hij soo slaege gehadt hadde dat voor drie ducaten de slaegen niet weeder sou willen hebben want dat het hem wel agt daegen in de knooken soude sitten, dat hij comparant als doen de huysinge van Francis van Bussel aenwees seggende: "Daer dat ligt door den glaasen scheynt, daer woond Francis van Bussel" dien persoon aen hem versogt om hem daer te brengen, seggende: "Ik sal uw sooveel te drinken geeven als uw lust" Daer op hij comparant als doen met hem is gegaen ende hem heeft gebragt in de huysinge van Francis van Bussel en daer gecoomen sijnde dien persoon tegen Francis van Bussel seyde aen denselve klaagde hij dat hij soo geslaegen was, dat voor geen drie ducaten de slaegen weeder soude uytstaen, dat den weert Francis van Bussel daer op tegens hem seyde "Wat souden sij uw slaen daer gij ter goeder trouwe het vrouwmensch hier gevaaren hebt en weeder naer huys geleyd" seggende tegelijk: "Wie duyvel soude uw slaen off het vrouwmensch moet het haer schult geweest sijn en over uw geklaagd hebben" dat dien persoon daerop seyde: "Ja, het vrouwmensch was mij teegen" dat dien persoon hem, comparant verscheyde maele uytnoodigde als hij tot Someren quam om hem te coomen besoeken, seggende: "Ik sal uw eeten en drinken geeven omdat gij mij die vriendschap gedaen hebt." dat hij comparant daar op antwoorde: "Al quam ik te Someren. Ik soude uw niet vinden, want ik ken uw niet" dat dien persoon daer op seyde " dan vraagt maer naer advocaat Gerrit, dan sal het kleynste kindt in Someren uw wel weijsen waer ik woon" Verders verclaert hij, comparant voor off naer het geval, sijnes weetens, noyt off oyt dien persoon gesien te hebben off hem te kenne, (Einde verklaring) was getekend Thomas Canters en schepenen.
Francis van Bussel heeft volgens hem nog een beurs tegoed van het klooster van Ommel:
Lierop Rechterlijk Archief 31 folio 4; 03-02-1769:
Compareerde voor schepenen van Lierop ondergenoemt Francis van Bussel inwoonder en oud borgemeester alhier, sijnde oud ontrent seventig jaaren, denwelke ter instantie ende requisitie van Jan Hermans mede alhier wonende verklaart voor de opregte waarheijt waar ende waaragtig te weesen, dat aan hem comparant nog in goede geheuge en nog kennelijk is, dat hij in den jaare 1700 en sestien off daar ontrent is geweest in het clooster tot Ommel onder de heerlijkheijd Asten met sijn vader Antoni van Bussel en met de eerwaarde heer Evermodus Wouters als doen in leven rooms pastoor alhier, als wanneer doen te tijt een seekere beurs vacant off open was sijnde gefondeert de heer Jan Jacobs alias Heijnen in leven Canonk te Bruggen in Vlaanderen, waar van den pater van het voorschreve clooster te Ommel als doen presentateur van die beurse was, soo wel als de pastoor van Asten en waar toe als doen daar toe verscheijde pretendenten waaren, om die selve beurse te trecken, wanneer den gemelde pater opentlijk ter presentie van des comparants vader en pastoor van Lierop voornoemde sijde de familie van die van Bussel tot Lierop sijn de naaste daar toe, voorts verklaart den comparant dat onder sijne vriende een Boom is en sijnde een kint van den requirant in desen genaamt Henricus Hermans tans van de voorschreve beurs. Als uijt die familie voorkomt een pretendent eijndigende hij comparant in desen sijne opregte verklaaringe waarbij na duijdelijke voorleesinge verklaart te persisteere en redenen van wel wetentheijt te allegeeren soo als voorchreve staat en hebbende het selve met eede bevestigt aan handen van den gecommitteerde officier met de woorden soo waarlijk helpe hem God almagtig.
In het huizenquohier over de periode 1736-1766 zien we dat Franciscus Antonius van Bussel in het huis woont:
Jaar | Eigenaar nummer 3 Lierop | Bewoners nummer 3 Lierop |
---|---|---|
1736 | het gemeene landt | Francis van Bussel |
1741 | Francis van Bussel | Francis van Bussel |
1746 | Francis van Bussel | Francis van Bussel |
1751 | Francis van Bussel | Francis van Bussel |
1756 | Francis van Bussel | Francis van Bussel |
1761 | Francis van Bussel | Francis van Bussel |
1766 | Francis van Bussel | Francis van Bussel |
Anna Janse van den Boomen is op 20-10-1747 te Lierop overleden en Franciscus Antonius van Bussel is op 28-05-1777 te Lierop overleden.
Het Slotje wordt daarna bewooond door zoon Johannes Franciscus van Bussel, geboren te Lierop op 09-09-1738. Hij is op 17-06-1764 te Lierop getrouwd met Petronella Franciscus Verseumst, geboren te Lierop op 27-12-1728 als dochter van Franciscus Verseumst en Francisca Petrus Willems:
Hieronder het gezin van Johannes Franciscus van Bussel en Petronella Franciscus Verseumst:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Antonius | Lierop 31-01-1766 | Mierlo 27-09-1795 Johanna Konings | Lierop 06-05-1796 | |
2 | Anna Maria | Lierop 10-01-1768 | Mierlo 25-09-1791 Martinus Manders | Mierlo 18-12-1832 | |
3 | Wilhelmus | Lierop 28-04-1770 | Lierop 16-01-1801 Johanna Maria Vlemmix | Lierop 22-04-1828 | |
4 | Francisca | Lierop 22-01-1774 | Lierop 01-10-1797 Judocus Driessen | Lierop 27-08-1813 | zie Stipdonk 15 |
5 | Wilhelmina | Lierop 14-03-1779 | Ongehuwd | Lierop 27-05-1843 | zie Stipdonk 15 |
Johannes Franciscus van Bussel is op 29-10-1780 te Lierop overleden en Petronella Franciscus Verseumst is op 16-01-1781 te Lierop overleden.
Martinus van Eijk en Jan van den Eijnde, schepenen van Lierop, worden als voogd aangesteld over de kinderen:
Lierop Rechterlijk Archief 32 folio 42 verso; 22-01-1781:
Compareerde voor schepenen van Lierop ondergenoemt, Martinus van Eijck inwoonder alhier, en Jan van den Eijnde woonende binne Mierlo door officier en schepenen alhier met advis van de vier naaste vriende aangesteld tot voogden over de vijff onmondige kinderen van Jan van Bussel en Peternel Verseems in leven egte liede overleden en gewoont hebbende alhier dewelke in die qualiteijt als voogde over deselve onmondige kinderen met naame Antoni, Annemaria, Wilhelmus, Francijn en Willemijn hebben belooft het intrest voor deselve kinderen te zullen waarneemen soo in 't regeeren en administreere van hunne personen en goederen na behooren en van die nalatenschap ten eerste te sullen formeeren behoorlijke staat en inventaris, en voort te sullen doen des gerequireert wordende te sulle doen behoorlijke reekeninge bewijs en reliqua
In 1781 erven de kinderen van Johannes Franciscus van Bussel het Slotje:
Lierop Rechterlijk Archief 32 folio 43 verso; 09-02-1781:
Compareerde voor schepenen van Lierop ondergenoemt Jan van den Eijnden woonende te Mierlo, en Martinus van Eijck woonende alhier, als voogde over de onmondige kinderen van Jan van Bussel en Peternella Verseems, overleden en gewoont hebbende alhier op Stipdonk, Arnoldus van Bussel woonende alhier op Stipdonk, en Dirk Berkers in huwelijk hebbende Jenneke van Bussel woonende te Helmond, als mede den voornoemde Jan van den Eijnden in huwelijk hebbende Antonetta van Bussel, te zaame kinderen, als voornoemde onmondige kindere van Jan van Bussel kintskinderen, en erffgenamen van Francis van Bussel en Anneke van den Boomen in leven egte lieden, overleden en gewoont hebbende alhier op Stipdonk, welke voornoemde kinderen en erffgenamen comparanten in desen verklaaren dat zij onder elkandere in der minne de nagelatene goedere van hunne gemelde ouders hebben verdeelt, 't geene ruijm drie jaaren is geleeden, en dus door de ouders van voornoemde onmondige, en zedert onder haar ider aangedeelde gade geslagen en gebruijkt als eijgen, daar mede gedaan en gehandelt ider na zijn genoege edog, al het selve niet wettig laten beschrijven, waarom zij comparanten dese hunne minnelijke, erffscheijdinge en deijlinge als nu komen te passeeren, zijnde onder deselve goederen geen leengoederen en in voege en maniere na volgende:Eerst is alsoo ten loote ten deele gevalle geweest aan en ten behoeve van wijlen den voornoemde Jan van Bussel, die in den voorleede jaare is overleden, en als nu aan zijne nagelate kinderen verweckt bij peternel Verseems, die mede in desen jaare is overleden, oversulx aan hunne kinderen, wordende het selve aangedeelt, met naame Antoni, Anna Maria, Wilhelmus Francijn en Willemijn
- Het oude huijs genaamt het Slootje met de schuur en stallinge en wiel, scheijdende nevens erve d'eene sijde Jan van den Boomen en juffrouw Gualteri, d'andere sijde de plaats van 't Slootje in 't gemeen, en d'eene eijnde de gemeene weg
- Den hoff nevens erve d'eene sijde Jan van den Eijnde, en d'andere sijde de straat.
- De Oude Kooij; den acker genaamt den Hollanse Busch; het Nieuwlant; het Nieuw velt van 't Slootje; de helft in't Koeij euzel en Klaverveltje; een agste part in de Vloete bij Stipdonk; de helft in 't derde van 't gebruijk in 't Broek met het regt van vrijdom der tiende off regt der tiende van voorschreve aangedeelde goederen, gereserveert het Nieuw velt.
Zijnde allodiaale goederen, los en vrij gereserveert de 's lans en gemeentes lasten, aantevaarden aanstons soo als bij de ouders der onmondige is bezeeten en gebruijkt
Er wordt een inventaris opgesteld van de bezittingen, ontvangsten en uitgaven van de kinderen van Johannes Franciscus van Bussel:
Lierop Rechterlijk Archief 32 folio 51 verso; 10-04-1781:
Staat ende inventaris gedaan maken ende opgegeve bij Martinus van Eijk woonende alhier, en Jan van den Eijnde woonende te Mierlo als voogden over de vijff onmondige kinderen van wijlen Jan van Bussel en Peternella Verseems in leven egte lieden overleden en gewoont hebbende alhier op Stipdonk zijnde deselve kinderen genaamt Antoni, Annamaria, Wilhelmus, Francijn en Willemijn Welke voogden voor deselve onmondige den boedel en nalaten schap hebben aanvaart en nagezien, en soo veel hun bekent bevonden deselve te bestaan soo en in dier voegen hier naar is volgendeEerst van de vaste onroerende goederen
- Een huijs genaamt het Slootje met de schuur en stallinge en wiel scheijdende nevens erve d'eene sijde Jan van den Boomen en juffrouw Gualtheri de andere sijde de plaats van het Slootje in 't gemeen en d'eene eijnde den gemeene weg.
- De Oude Kooij nu genaamt; den acker genaamt den Hollanse Busch; het Nieuwlant; het Nieuw Velt aan het Slootje zijnde nu lant en groese bij het voorige stuck geleege; het agterste part in de Vloet bij Stipdonk; de helfft in 't derde van 't gebruijk in 't Broek met vrijdom off regt der tiender gereserveert het Nieuwe velt.
Alle welke goederen de voornoemde voogden na voorgaande publicatien voor alle man hebben verhuurt aan Jan Mennen voor agten taggentig gulden 's jaars, waar van het eerste jaar zal verscheijnen, en betaalt moet worden op den eersten november 1782 en sulx voor agt jaaren met vier jaaren te mogen scheijden wie gelieven zal, en twee vijmen dack stro te levere en te verdecken na laats gebruijk
col1 col2 De verhuurders moete de 's lans en dorps verpondinge en beede van de goederen verschult wordende, betaalen. Voorts blijkende bij de huurcedulle van dato 31 januarij 1781, waar toe worde gerefereert. Dus 's jaars huur ƒ 88-0-0. Wijders hebben de gemelde voogden naar voorgaande publicatien, en bekentmakinge soo hier als elders gedaan voor alle man verkogt de gereede haavelijke en erffhaavelijke goederen bij de ouders nagelaaten en inde sterffhuijsen bevonden, en waar van suijver is gekomen eene somme van ses hondert drie en dertig gulden en twee stuijvers, alles blijkende bij de conditie van verkoopinge wesende van dato 24 en 31 januarij 1781. Dus alhier ƒ 633-2-0 Edog is daar van nog voor handen, en voor de kinderen gehouden drie kisten, seven lakens, negentien hemden van de ouders der onmondige, drie mutsen off baaten, drie scholken, een broek, een zoep, een hemtrock, een hoed, een keel en een quaat betje zijnde bij Arnoldus van Bussel En is aan gereet gelt in den boedel gevonden tien gulden en tien stuijvers. Dico ƒ 10-10-0 Ten lasten van Peter Martens staat ten intresse een hondert gulden in een meerdere obligatie met Martinus van Eijck. Dus ƒ 100-0-0 Den intrest van een jaar ƒ 3-10-0 Nog ontfange van uijtgeschonke jenever en bier ten tijde van de verkogte meubilen ƒ 11-6-0 Nog van verkogt mist ƒ 7-10-0 Den oogst ten velde zal verkogt worden, waar van de kooppenningen dan volgens de conditie zal blijken. dientvoor memorie Ontfang is ƒ 765-8-0 Schulden ten lasten van den boedel
col1 col2 Eerst komt Arnoldus van Bussel van geleent gelt aan de ouders der onmondige ƒ 7-8-0 en verdient arbijtsloon ƒ 2-0-0. Dus te zaame ƒ 9-8-0 Jan van den Eijnde momboir in desen komt nog van de ouders der onmondige bij accoort in 't doen der deijlinge ƒ 100-0-0 en ƒ 27-5-0 geleent gelt. Dus te zaame ƒ 127-5-0 De voogd van Eijk heeft de huur van de meijt betaalt tot ƒ 14-3-0 In 't verkoope van den inboel door Martinus van Eijk betaalt tot trekgelt ƒ 8-18-0 Item aan de Heer doctor Gulje betaalt ƒ 15-12-0 Aan Johanna Vlemminx voor geleverde keerze in de kerk ƒ 8-8-0 Betaalt aan Adriaan van Brussel voor verhaalde winkelwaare ƒ 0-10-4 Betaalt aan Marten van Bree de huur van de knegt met verdiende arbeijtsloon ƒ 5-14-0 Een halff el mizelaan voor een der kindere ƒ 0-6-8 Aan de heer pastoor de doot schult ƒ 5-9-0 Aan advocaat Losecaat voor advis over de verhuuringe der goedere ƒ 0-12-0 Aan Francis Grinsven voor arbeijts loon ƒ 1-2-0 En aan Antoni Joosten ad idem ƒ 0-16-0 Betaalt aan Gerrit Koole als smit gedaan en verdient ƒ 4-7-8 Treckgelt voor laagste inzetter in 't bestelle van het nieuwe huijs ƒ 2-12-0 Aan Nicolaas van Bussel voor twee dood kisten voor de ouders der onmondige ƒ 5-0-0 Hendrik Peters van Eijck als Kuijper verdient en betaalt tot ƒ 0-18-0 Komt den voornoemde Martinus van Eijck van geleverde winkelwaare en jenever te zaame ƒ 32-2-12 Voorts staan de 's lans lasten te betaalen, denselve Martinus van Eijk gelevert voor het nieuwe huijs 80 vaten kalk beloopt met de vragt ƒ 37-0-0 Jan van den Boomen brouwer alhier komt voor seven en eenhave halve tonne bier gelevert aan de ouders en kindere. Dus ƒ 14-0-0 uijtgave ƒ 294-4-0
col1 col2 ontfang ƒ 765-18-0 uijtgave ƒ 294-4-0 ƒ 471-14-0 Aldus door de voor genoemde voogden desen inventaris gedformeert en op gegeve na haare beste kennis en wetenschap en ingevalle haar na dato deses het een off ander mogte voorkomen dat desen inventaris met eenige stucke behoorde vermeerdert off vermindert te worden, dat denselve daarna zal worden gerigt off verandert tot gemeen voordeel off schade sonder daar in agterhaalt te wille zijn.
In bovenstaand archiefstuk wordt al gesproken over een nieuw huis en volgens het huizenquohier van 1781 wordt het Slotje afgebroken en uit een eerdere schuur een nieuw huis gebouwd:
Jaar | Eigenaar | Hoofdbewoner |
---|---|---|
1781 | het oude huijs, het Slootje afgebrooken en van de schuur een nieuwe huijs gemaakt |
Dit nieuwe huis wordt eerst verhuurd aan Jan Mennen, maar daarna bewoond door de kinderen van Johannes Franciscus van Bussel (zie Stipdonk 15).
De precieze locatie van het Slotje is vooralsnog niet exact bekend, maar aan de hand van de in het archief vermelde zin "den hoff bij het Slootje geleegen aan erve deen zijde en deen eijnde de hoeve en huijsinge van Willem Frans van den Eijnde dander zijde de Mooleweg off Herbaan dander eijnde de erve off binne plaats van het Slotje" kunnen we een goede indicatie geven. Het Slotje zou in het verlengde van het huis van Willem Frans van den Eijnde (zie Voormalig huis, A182) en aan de Molenstraat gelegen moeten hebben. Als we deze gegevens op de kadasterkaart van 1832 projecteren dan geeft dat de vermoedelijke locatie onder de Zuid-Willemsvaart:
Merk ook de twee naar elkaar toelopende met stippellijnen aangegeven wegen op ten westen van het Slotje. Deze twee wegen liggen naast percelen die in bezit waren van de bewoners van het Slotje. Wellicht wijzen deze wegen naar de plek waar het Slotje ooit stond.
Het braakland, wat na de afbraak van het Slotje op de plaats is overbleven, heeft in het maatboek van 1792 nummer 2127 en heeft een grootte van 2 lopense en 17 roede (omgerekend 3873 m²) waarvan 25 roede "wiel of putten" (omgerekend 828 m²). Het vermelde wiel wordt ook in de in 1781 opgemaakte inventaris genoemd en het betreft mogelijk hetzelfde als het in 1477 genoemde "Bercvenne".
Op de Meierijkaart van Hendrik Verhees uit 1794 lijkt het Slotje nog zichtbaar:
In het maatboek van 1811 krijgt het overgebleven braakland nummer 2122 en in 1832 is het perceel niet meer aanwezig, waarschijnlijk omdat het is opgekocht voor de komst van de Zuid-Willemsvaart.
Overzicht eigenaren en bewoners
Slotje op Stipdonck
Jaar | Eigenaar | Geboorte | Hoofdbewoner | Geboorte |
---|---|---|---|---|
1385 | Hoghart Godevarts van Bruheze | ±1345 | ||
1421 | Jacop van der Schaut | ±1375 | ||
1434 | Jacop Jacop van der Schaut | ±1400 | ||
1481 | kinderen Jacop Jacop van der Schaut | ±1440 | ||
1583 | abdij van Postel | Huybrecht Symonart | ±1540 | |
1625 | abdij van Postel | Goordt Jansse Verberne | ±1590 | |
1642 | het gemeene landt | Goordt Jansse Verberne | ±1590 | |
1650 | het gemeene landt | Goordt Jansse Verberne | ±1590 | |
1658 | het gemeene landt | Goordt Jansse Verberne | ±1590 | |
1663 | het gemeene landt | Jan Goordts Verberne | ±1622 | |
1665 | het gemeene landt | Jan Goordts Verberne | ±1622 | |
1674 | het gemeene landt | Theodorus Goorts van Bussel | ±1625 | |
1678 | het gemeene landt | Theodorus Goorts van Bussel | ±1625 | |
1688 | het gemeene landt | Theodorus Goorts van Bussel | ±1625 | |
1702 | het gemeene landt | Jan Willem Sanders | ±1660 | |
1704 | het gemeene landt | Jan Willem Sanders | ±1660 | |
1705 | het gemeene landt | Jan Willem Sanders | ±1660 | |
1711 | het gemeene landt | Jan Willem Sanders | ±1660 | |
1734 | het gemeene landt | Francis van den Boomen | Lierop 29-04-1699 |
Lierop huis 3
Jaar | Eigenaar | Geboorte | Hoofdbewoner | Geboorte |
---|---|---|---|---|
1736 | het gemeene landt | Francis van Bussel | Lierop 10-11-1701 | |
1741 | Francis van Bussel | Lierop 10-11-1701 | Francis van Bussel | Lierop 10-11-1701 |
1746 | Francis van Bussel | Lierop 10-11-1701 | Francis van Bussel | Lierop 10-11-1701 |
1751 | Francis van Bussel | Lierop 10-11-1701 | Francis van Bussel | Lierop 10-11-1701 |
1756 | Francis van Bussel | Lierop 10-11-1701 | Francis van Bussel | Lierop 10-11-1701 |
1761 | Francis van Bussel | Lierop 10-11-1701 | Francis van Bussel | Lierop 10-11-1701 |
1766 | Francis van Bussel | Lierop 10-11-1701 | Francis van Bussel | Lierop 10-11-1701 |
1781 | het oude huijs, het Slootje afgebrooken |
Referenties:
-
Asseldonk, A. van (1999). 's Hertogs tienduizend bunders: Het cijnsboek van de hertog voor de meijerij van 's-Hertogenbosch van 1340. Geraadpleegd op 06-01-2018, van http://users.bart.nl/~leenders/10000bu/lierop.htm
-
a b van Asten, A.F.N. (1974). Voorzaten van Jan van Amstel, scheepskapitein. In G. Berkelmans & G. C. M. van Dijck & J. P. H. Goossens & J. Th. M. Melssen (Reds.), De Brabantse Leeuw: Maandblad van de Sectie voor Geslacht-, Naam- en Wapenkunde van het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noord-Brabant, jaargang 23 nummers 1+2, 1-31. 's-Hertogenbosch: Stichting Brabantse Regionale Geschiedbeoefening BRG. Geraadpleegd op 28-05-2019, van https://media.delving.org/pdf/thuisinbrabant/de-brabantse-leeuw/brabants_leeuw_1974_1-2_1_32.pdf
-
van Heugten, W. (1989). De bezittingen van Postel onder Lierop. In T. Maas (Red.), Lierop: 'n beeld van een dorp (pp. 43-54). Someren: Haerkens
-
Beijers, H. (z.d.). Kwartiersarchief Peelland. Geraadpleegd op 29-05-2019, van http://www.henkbeijersarchiefcollectie.nl/historisch_onderzoek/kwartier_peelland.htm
-
Leenders, K.A.H.W. (17 september 2014). Beschrijving van 's-Lands hoeven en molens in de Meierij van 's-Hertogenbosch in 1662. Geraadpleegd op 06-06-2019, van http://www.henkbeijersarchiefcollectie.nl/historisch_onderzoek/nationaal_archief/Meierijse%20hoeven%20en%20molens%201662.pdf
Laatst bijgewerkt op 26 september 2024 om 12:15:00